|
||||||||
Laat ik maar met een bekentenis beginnen: ik heb het een aantal jaren erg moeilijk gehad met Cubaanse muziek. Ik vond namelijk dat er, in de nasleep van het succes van de Buena Vista Social Club en haar individuele leden, een boel platen uitkwamen van muzikanten die niet verder kwamen dan oppervlakkig epigonisme. Ook onze festivals en zalen werden overspoeld et bands en bandjes die op Cuba niet eens het trouwfeestencircuit zouden gehaald hebben. Dit gezegd zijnde, sta ik momenteel op het punt mij opnieuw te verzoenen met de Son, Bolero, Danzon en Rumba en dat heeft erg veel, zoniet alles, te maken met deze debuutplaat, die ons uit Denemarken komt aanwaaien. Je zou het niet meteen verwachten, maar Liga Latina heeft inderdaad haar wortels in dat kleine landje, waar, net als bij ons, de goeie muzikanten aan de bomen lijken te groeien. De band is een geesteskind van componist, zanger en gitarist Mike Hecchi, een kerel die bij sommigen misschien ook bekend is als de drijvende kracht achter The Sexican, een knotsgek gezelschap dat zowat alles speelde wat er tussen Mariachi, Polka en Balkan-punk te vinden was. Hecchi omringt zich vandaag met pianist Theo Hjorth, een man die al evenzeer van vele markten thuis is en die in Denemarken bij een nauwelijks te tellen aantal projecten betrokken is én daarenboven les kreeg van César Pedroso van Los Van Van. Op trompet is er Rune Krogshede, die we een Blauwe Maandag geleden nog konden aantreffen bij Under Byen en die toerde met de geweldige Chappottin y sus Estrellas. De ritmetandem bestaat uit bassist Michell Boysen en drummer Bo Johansen, die de stiel leerden in Brazilië en Havana en dus weten hoe Latin genres horen te klinken. Wat deze plaat zo bijzonder maakt, is dat van de negen nummers die ze bevat, slechts twee covers zijn en dat dus de overige allemaal eigen werk zijn, meestal van Hecchi, een enkele keer (“El Sabor”) van Theo Hjorth, al denk ik, hoewel het hoesje het niet vermeldt, in “Toro Mata” enige Celia Cruz te herkennenen weet ik zeker dat “El Cuarto de la Banda” al bij The Sexican te vinden was. Soit, dat kan gebeuren….Wat ik zeker herken, zijn Guillermo Portabales “El Carretero” dat een ronduit fantastische versie meekrijgt met heerlijke trompet- en pianopassages en Eusebio Delfin’s “Y Tu Que Has Hecho”, waarvoor de Liga erg duidelijk naar de Buena Vista Social Club en de vocals van Compay Segundo geluisterd heeft, iets dat ik hen nimmer kwalijk zal nemen, temeer omdat de pianopartij van Ruben Gonzales alle eer aangedaan wordt. Dat je met covers van twee dergelijke wereldbekende songs wegkomt, is, wat mij betreft, een eerste enorm pluspunt, maar daar begint het eigenlijk pas: de eigen composities van Hecchi en Hjorth tonen pas echt de intrinsieke klasse van het vijftal: ze blijken stuk voor stuk meesters op hun instrumenten, maar, wat méér is: ze hebben kennelijk heel hard gewerkt om zich de genres tot in de details eigen te maken. Dat hoor je al vanaf opener “La Venganza” en vooral op “Cariño Corazon”, waarin een bijzondere rol weggelegd is voor gastzangeres Cassia de Mayo. Eerlijk gezegd, denk ik niet dat er dit jaar veel betere platen uit Latin-hoek zullen komen. Die hoek strekt zich nu dus uit tot in Aarhus en dat is niet alleen bijzonder, het is ook nog bijzonder straf! (Dani Heyvaert) |
||||||||
|
||||||||